Vanaf
zijn zesde levensjaar is Bruno Vekemans reeds betoverd door
kleuren. Jarenlang experimenteert hij met vorm en kleur.
Alhoewel Vekemans graag wordt voorgesteld als een autodidact,
volgt hij in werkelijkheid één jaar sierkunsten aan de
Londenstraat te Antwerpen. Vervolgens studeert hij ook nog
een korte periode aan de academie te Berchem. Zijn verdere
kunstkennis steekt Vekemans op in kunstboeken en uit de
bezoeken aan musea. Vooral de school van Latem, Floris
Jespers en Leon Spilliaert laten een diepe indruk op hem na.
Vekemans zoekt zijn weg door het
deelnemen aan jeugd en groepstentoonstellingen tot hij zijn
eigen stijl ontdekt: kleurrijk, sterk, nostalgisch, mysterieus
en vervreemdend soms, maar nooit agresssief. Herkenbaar en
toch nét niet realistisch. Eerder expresionistisch en zeer
persoonlijk. De favoriete materialen van Vekemans zijn gouache
en papier, waarin hij zijn persoonlijke stijl ontwikkelt. Die
stijl vindt men trouwens ook terug in zijn al dan niet
ingekleurde etsen. Bruno Vekemans toont zich ook sterk in het
achterglasschilderen. Met deze van formaat kleinere églomisés
bevestigd hij zijn veelzijdig talent.
In een tijdperk met enerzijds
de academisch-traditionele en anderzijds de
vergezochte-moderne kunst, slaagt Bruno Vekemans daarin
een artistiek evenwicht te vinden in schoonheid, kunst
tout court. Bruno Vekemans doet het met een zin voor een
directe vorm en synthese, waarbij de liniaire expressie
voorstaat in zijn figuren en stadsgezichten. Vekemans'
wereld is er één van koele buildings en ijzige huizenblokken,
van ijzeren bruggen en vereenzaamde volksbuurten, van stations
en perrons, van trams en treinen der traagheid, van pakketboten
en pakkende scheepsrompen, van het circus en het zwembad zonder
volk, van het Noordzeestrand zonder rumoer.
In een roerloos klimaat heerst
een nauwelijks te omschrijven onrust. Zelfs in café-interieurs
heerst er weinig echt menselijk contact. Er is een solitaire
krantenlezer of er wordt een partijtje tafelvoetbal gespeeld.
De schaarse stamgasten zoeken troost in een glas of een
sigaret. Niet zelden fungeert Antwerpen als decor: de
Groenplaats of de Boerentoren, de kruidenierswinkel op het
hoekje of het modepaleis, een brug bij de Schelde of het
wandelterras, de hal van het Centraal Station of de bruuske
afdaling van de Trapstraat.
Niet de drukte van de actuele
haven boeit hem, maar alweer het beeld van de quasi-leegte:
een droogdok, verlaten kaden, het haast lege Zuiderterras
of een schip dat als een verschijning opdoemt. Het meest
intrigerend in die sfeer van melancholische eenzaamheid is
de frequente aanwezigheid van een eenzame figuur, vaak op de
rug gezien. Regelmatig duikt deze eenzaat op! In een colbertje
of onder een donkere overjas en een enkele keer zelfs in jeans,
veelal met een hoed op. Voor de in zichzelf verzonken figuur
bedacht Bruno Vekemans een aparte naam: Klei man Ho.
Bruno Vekemans is ook de schilder
van directe portretten. Hier heeft hij een voorkeur om
portretten te maken van beroemdheden zoals Andy Warhol,
Serge Gainsbourg, Humphrey Bogart, Yves Montand, James Joyce
of Brigitte Bardot. Vekemans herinnert een beetje aan de
Amerikaanse schilder Edward Hopper, waar in zijn werk leegte
en verwachting samengaan. Hij kent ook de nostalgie van de
affiches uit de jaren twintig, dertig en veertig. Bruno
Vekemans bouwt een wereld uit dat een eigen gezicht draagt.
Aan schildersbezieling en werkdrift ontbreekt het hem niet.
Bruno Vekemans illustreert
literair werk van onder andere Herman Brusselmans,
Arnon Grünberg, Robert Long en Harry Verbeeck. Sinds de
samenwerking, die in 1989 ontstaat, met de Antwerpse
galeriehouder Paul Verbeeck, volgen vele succesvolle
tentoonstellingen in binnen- en buitenland. Een monografie
" Bruno Vekemans " door Harry Verbeeck wordt uitgegeven
bij Joop Wiggers Art Books in Breukelen-Nederland.
Een aantal van zijn werken
bevinden zich in particuliere verzamelingen. Ook de
litho- en lino afdrukken van zijn werk, die in Parijs
worden gedrukt, vinden hun weg naar een breed publiek.