Henry
Luyten studeert, ondermeer bij Charles Verlat, aan de
Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen
en aan de Ecole des Beaux Arts te Parijs. In Luytens
vroeger werk valt vooral de verwantschap met het
realisme en met de 'plein-air' schilderkunst op.
Maar al vlug wordt ook de invloed van de Haagse School
merkbaar, vooral in de keuze van de onderwerpen.
Rond de eeuwwisseling vestigt Luyten zich definitief
te Brasschaat bij Antwerpen en sticht er een 'Institut
des Beaux-Arts Henry Luyten'. Aan deze instelling
geeft hij les aan een vijftigtal jonge getalenteerde
schilders uit heel Europa en de Verenigde Staten.
In de periode vóór de Eerste Wereldoorlog oogst Luyten
grote internationale successen: vooral in Duitsland
maakt een reeks overzichtstentoonstellingen van zijn
werk een jarenlange triomftocht. Hij heeft dan een
heel eigen impressionisme ontwikkeld en zijn kunst
bereikt een hoogtepunt.
Van 1919 tot 1922 verblijft Henry Luyten in
Noord-Duitsland, te Worpswede en te Wieck auf dem
Darss aan de Oostzee, waar een opmerkelijke serie
landschapsstudies ontstaan. Van 1931 tot 1944 werkt
hij aan het monumentale 'Gulden Doek van Vlaanderen',
een historisch-allegorische voorstelling van de
Vlaamse Beweging.
Naast een rasartiest van internationaal formaat is
Luyten vooral een sociaal bewogen man. De wantoestanden
in de kolenmijnen van de Borinage, de hardheid van het
vissersbestaan, weet hij vast te leggen in aangrijpende
doeken zoals de 'Werkstaking' en 'Kinderen der Zee'.
Uit Luytens portretkunst spreekt een grote bewondering
voor het werk van Frans Hals, een meester met wie hij
vaak is vergeleken. Uit talrijke internationale
exposities blijkt echter dat Luyten op de eerste plaats
een ware passie had voor de natuur, zij is dan ook het
eigenlijke leidmotief van zijn kunst.
Op een heel persoonlijke wijze, met een heel sensibele
kleurenvertolking en met levendige penseelstreken weet
Henry Luyten de snel voorbijgaande veranderingen van
het licht trefzeker en op ongeëvenaarde wijze op het
doek neer te zetten.
In de zomer van 1995 wordt naar aanleiding van zijn
vijftig jaar overlijden door het Archief Henry Luyten
vzw, in samenwerking met het Stedelijk Museum van
Roermond - Nederland en met het Gemeentebestuur van
Braschaat, een overzichtstentoonstelling ingericht.
Ter gelegenheid van deze tentoonstelling verschijnt
het boek Henry Luyten, geschreven door Jozef De Beenhouwer.
Sinds juni 1997 prijkt zijn standbeeld, in de schaduw
van het atelier, aan het Hendrik Luytenplein in de wijk
Kaart te Brasschaat. Dit standbeeld, gebeeldhouwd door
de Brasschaatse beeldhouwer Leo Nelen, kwam er dankzij
de inzet van het Archief Henry Luyten vzw en de
medewerking van het Gemeentebestuur van Brasschaat.
Een aantal van zijn werken bevinden zich in het museum
te Roermond in Nederland, de IJzertoren te Diksmuide
en in verscheidene particuliere verzamelingen.
Na zijn overlijden wordt Henry Luyten bijgezet op de
begraafplaats van Brasschaat - Centrum.