Joseph Theodoor Coosemans
Antwerpen 19 - 3 - 1828 / Schaarbeek 24 - 9 - 1904



Joseph Coosemans vestigt zich in 1856 te Tervuren, waar hij samen met Alphonse Asselbergs, Théodore Baron, Hippolyte Boulenger, Edouard Huberti en Jules Raeymaekers deel uitmaakt van de School van Tervuren. Naast zijn schildersactiviteiten wordt Coosemans er gemeentesecretaris. Gestart als autodidact krijgt hij als landschapschilder les van Theodore Fourmois, Tschaggeny en Alfred Verwee. Aanvankelijk zijn de landschappen van Joseph Coosemans, onder invloed van Theodore Fourmois, zeer gedetailleerd. Later worden deze losser en breder qua vormgeving. Hij mist echter de kracht en de virtuositeit van zijn goede vriend Hippolyte Boulanger.

Als wees wordt Coosemans al vroeg, door een tante opgevoed, aangewezen om notaris te worden. Notaris wordt Coosemans niet, maar toch is hij wel drie jaar notarisklerk te Tervuren. Mogelijk om zich meer voor zijn schildersactiviteiten vrij te maken, geeft Coosemans later zijn betrekking als notarisklerk op. In 1848 wordt hij wel gemeentesecretaris van Duisburg en in 1854 gemeenteontvanger van Tervuren. Tevens beheert Coosemans de postkoetsdienst tussen Brussel en Tervuren. Joseph Coosemans is hoe dan ook een een druk bezet man, maar dat belet hem echter niet in de ban van de schilderkunst te komen. Na een tiental jaren geeft hij zelfs zijn ambten op om zich helemaal aan die kunst te wijden.

In 1868 is Joseph Coosemans medestichter van de Sociétè libre des Beaux-Arts te Brussel. Coosemans is in 1876 ook lid van L'Essor, waarvan in 1883 een aantal leden naar de kustkring de ' XX ' overstappen en in 1891 zijn er dan weer anderen die naar de kring ' Pour l'Art ' overgaan. In gezelschap van Louis Dubois en Alfred Verwee reist Coosemans doorheen Normandië. Rond 1875 is hij werkzaam in het woud van Fontainebleau, de School van Barbizon in Frankrijk. Joseph Coosemans onderneemt ook een reis naar Italië en de schildersezel wordt meermaals in het Zoniënwoud te Brussel ingeplant. In 1876 vestigt hij zich, door het feit dat zijn zonen daar studeren, tijdelijk te Leuven. Coosemans is rond 1887 als professor landschaptekenen en nadien als directeur verbonden aan het Hoger Rijksinstituut voor Schone Kunsten te Antwerpen.

Verder is het uitgestrekte landschap van de Kempen een geliefkoosd werkterrein. Coosemans weet hiervan de desolate charme vast te leggen. Winterdag in de Kempen is hiervan een typisch voorbeeld. Alhoewel realistisch van vormgeving, blijft zijn visie romantisch. De voorkeur van Coosemans gaat uit naar melancholische herfst- en wintergezichten, avondstemmingen en brokken ongerepte, wilde natuur. In deze periode is Coosemans ook in Brasschaat te situeren.

In 1866 neemt Coosemans, zonder succes, voor het eerst deel aan het Brusselse salon. Drie jaar later exposeert hij er vier werken, die nu wel resulteren in lovende kritiek. Nadien volgen er tentoonstellingen op de Expo van 1868 te Gent, op het Salon van 1874 te Gent en te Londen en in 1875 volgen Brussel en Luik.

Een aantal van zijn werken bevinden zich in de Musea voor Schone Kunsten te Antwerpen, Brugge, Brussel, Doornik, Gent, Kortrijk, Leuven en Luik.

Ook het Museum van Moderne Meesters te Brugge, het Museum van Elsene en het Stadhuis te Termonde bewaren werken van Joseph Theodoor Coosemans.

Fotogalerie: Landschap



Index - Artists - Kunstenaars - Artistes - Sales